RF
Keuze route en vervoerswijze, mobiliteit en milieu
Samenvatting
In het verkeer moet je bij het kiezen van een route de voor jou bestemde verkeersborden volgen. (Zie illustratie
I1). Je moet ook rekening houden met het milieu. Dit betekent dat je geen brandstof moet verspillen en chemisch afval moet deponeren bij een speciaal daarvoor ingericht depot. Verder moet je je aan de maximumsnelheid houden, snelheid minderen indien nodig en voldoende afstand houden van je voorganger.
Keuze route: verplicht
Je bent verplicht om bij het kiezen van een route de wegwijzers te volgen die voor jou bestemd zijn (zie illustratie
I1)
Je moet de betekenis kennen van de wegwijzers in de bordensectie
K-Borden.
Je moet weten op welke soort weg je terecht komt. Zo betekenen de aanduidingen E?? (bijvoorbeeld E19) en A?? (bijvoorbeeld A27) dat je op een autosnelweg terecht komt. De aanduiding N??? (bijvoorbeeld N212) betekent dat je op een ‘gewone’ weg terecht komt (dat kan soms ook een autoweg zijn).
Je moet de betekenis kennen van de borden
L08 Doodlopende weg,
L09 Vooraanduiding, doodlopende weg,
L10 Vooraanduiding verkeersmaatregel voor de aangegeven richting,
L14 Plattegrond.
Keuze route: verboden
Een personenauto (en andere motorvoertuigen) mogen niet de rood-witte wegwijzers voor fietsers volgen.
Keuze route: aanbevolen
Hou bij de keuze van vervoerswijze en route rekening met het milieu .
Ga fietsen, lopen of ga met het openbaar vervoer als dat kan.
Ga je met auto, kies dan de route die het minste brandstof verbruikt
Milieu: verplicht
Als je lang moet wachten voor een openstaande brug of een
overweg, dan moet je de motor uitzetten.
Zie ook bord
X09: motor uitzetten.
Mobiliteit en milieu: vervoerswijzen
Door het kiezen voor een alternatieve vervoerswijze spaar je het milieu en hou je Nederland mobiel:
fietsen en wandelen zijn de meest milieuvriendelijke vervoerswijzen;
trein is milieuvriendelijker dan bus of auto;
bus is milieuvriendelijker dan de auto;
carpoolen is milieuvriendelijker dan alleen rijden.
Mobiliteit en milieu: gedrag in de auto
Auto’s stoten uitlaatgassen uit. Daarin zitten gevaarlijke stoffen. Daardoor zijn uitlaatgassen slecht voor het milieu. Bovendien kunnen uitlaatgassen smog veroorzaken en dragen ze bij aan het broeikaseffect. Door onderstaande richtlijnen op te volgen beperk je deze nadelige effecten. Bijkomend voordeel is een ‘minder opgefokt verkeersbeeld’. Bovendien bespaar je geld doordat je minder brandstof verbruikt.
Laat je auto in de winter niet eerst ‘warmdraaien’ voordat je gaat rijden.
Sorteer tijdig voor.
Hou voldoende afstand (plak niet achterop een voorligger).
Rij rustig; verminder op tijd snelheid bij het naderen van kruisingen en verkeerslichten.
Haal niet geforceerd in
Hou je aan de maximumsnelheid.
Zorg ervoor dat je geen slappe banden hebt, dit kost extra brandstof.
Zorg ervoor dat je voertuig geen benzine of olie lekt.
Geef chemisch afval afkomstig van het voertuig (accu, olie) af bij een speciaal depot.
Tank loodvrij (lood is zeer giftig).
Kies voor een lichte auto.
I1). Je moet ook rekening houden met het milieu. Dit betekent dat je geen brandstof moet verspillen en chemisch afval moet deponeren bij een speciaal daarvoor ingericht depot. Verder moet je je aan de maximumsnelheid houden, snelheid minderen indien nodig en voldoende afstand houden van je voorganger.
www.rijexamen.com